“Alex ging nog wat
dichter naar de rand. Daar stond hij, met de tenen van zijn schoenen
in het niets.”
–
Hoofdstuk 22, p. 247, Het Flip-effect, M. Bedford
“Alex
spreidde zijn armen, zoals Jezus Christus. Hij ging op zijn
voorvoeten staan, met zijn hielen in de lucht. Hij sloot zijn ogen.
–
Hoofdstuk 22, p. 247, Het Flip-effect, M. Bedford
Er
wordt vooral gebruik gemaakt van emotionele of psychologische
spanning in het boek. Je stelt voortdurend vragen zoals: Gaat hij van
de helling springen? Zal Cherry Alex geloven en zal het iets worden
tussen die twee? Door deze spanningselementen leef je je als lezer in
in een situatie en voel je wat de protagonist overkomt. Ze brengen
spanning op psychologisch vlak.
“Als
hij op een of andere onbegrijpelijke manier wakker was geworden in
het lichaam van een andere jongen, wat was er dan met zijn eigen
lichaam gebeurd? En waar was Philip gebleven?”
–
Hoofdstuk 2, p. 19 - 20, Het Flip-effect, M. Bedford
De auteur verhoogt de spanning door bepaalde informatie achter te
houden en het dan beetje bij beetje te onthullen. In het begin van
het verhaal weet je nog niet hoe het komt dat Alex' ziel in het
lichaam van iemand anders zit. Pas later kom je daarover meer te
weten. Het achterhouden van informatie zorgt er ook voor dat je
nieuwsgierig blijft en het boek verder wilt blijven lezen.